Christa, Johan en Kurt in de VS, 12 juni tot 15 juli 2009

Dag 26 - Big Sur

Om een uur of tien checkten we uit en reden naar Rosine's, een eettentje in downtown Monterey. Ik had gelezen dat je daar erg lekker kon eten en hun ontbijtkaart zag er goed uit op internet. We reden erheen en wat schetste mijn verbazing toen tegenover dit restaurant een kantoor van de Rabobank bleek te zitten!

Voorzover ik weet zitten 'wij' alleen voor food enagrizaken inhet buitenland. Montereyzal dan wel zijn vanwege de visserij en de fruitteelt daar in de regio.Tussen Santa Cruz en Monterey waren we namen als Dole en veelvuldig Delmonte tegen gekomen. Wel raar om 's ochtends aan je french toast in Amerika te zitten (die overigens fantastisch was) en uit te kijken op je werkgever. 'Gelukkig' schoof er na tien minuten een hele grote vrachtwagen voor, die daar de rest van de tijd heeft gestaan.Daarna kwam er trouwens nog wel een Brinks geldwagen voorbij rijden. Zijn dit soms tekenendat ik weer moet wennen aan het idee straks weer aan het werk te gaan?

We gingen de 17 Mile Drive rijden (en kwamen onderweg daarnaartoe nog een Rabobank kantoor tegen!). De 17 Mile Drive is een weg die langs een mooi stukje kust van Monterey naar Carmel loopt. Omdat het over privé terrein gaat, moet je er een fee voor betalen (en anders was het wel state park geworden en had je er ook voor moeten betalen). VIa vijf punten kan je de weg bereiken. Je betaalt en krijgt een kaart met de interessante punten. Wij vonden dit ook wel weer een beetje een hoog 'scheve kiezelsteen' gehalte hebben, waarbij elke gekgevormde boom breed werd uitgemeten. Ik was er zelf niet erg van onder de indruk, Johan iets meer, maar dan van de grote villa's die we onderweg passeerden. Kurt was vooral onder de indruk van zijn Nintendo en wilde de auto niet uitkomen.

Daarna reden we door Carmel, het stadje waar Clint Eastwood nog burgemeester van is geweest. Een beetje het Rozendaal/ Wassenaar van de Central Coast, zeg maar. Vervolgens gingen we de highway one op en begonnen aan de slingerweg langs de kust. Dit gebied heet Big Sur en is één van de meest geliefde natuurfenomenen van Amerika. Dichte bossen, de Big Sur river en de spectaculaire stukken waar bossen plots ophouden en loodrechte kliffen zich tientallen meters lager in zee storten.

Hier hadden we wel veel ooooh en aaaah momenten. Onderweg stopten we bij het Andrew Molera State Park en liepen daar een pad van een mijl naar een strand. De wandeling zelf was best leuk, maar het strand hadden we snel gezien. Het was er prachtig, maar er stond een ijskoude zandstralende wind, waardoor we het snel voor gezien hielden.

Even verder stopten we nog eens bij Pfeiffer Beach, waarvan ik gelezen had dat het één van de mooiste stranden ter wereld zou moeten zijn.

Even een tip voor degenen die daar nog naartoe willen: Vanuit het Zuiden kom je eerst door het 'dorpje' Big Sur, daarna passeer je een naamloze brug. Even na die brug is er een weg rechts, ga die in. Zodra je de bocht om bent zie je een bord 'Pfeiffer beach'. Vanuit het noorden krijg je eerst links de Big Sur Center Deli en de US Post Office, dan de naamloze brug en dan is het de eerste weg links (er staat een geel bord 'narrow road'). Waarschijnlijk staat dit strand vanaf de weg niet al te duidelijk aangegeven, omdat het een heel smalle weg is en men er niet te veel verkeer wil hebben. Je rijdt twee mijl naar het strand en moet voortdurend uitwijken voor tegenliggers. Aan het eind mag je weer betalen voor het parkeren, zoals overal, hier 5 dollar. Maar dat is het zeker waard. Je loopt tweehonderd meter naar het strand en het is wérkelijk heel fotogeniek. Rotseen vlak voor het strand waar de golven hoog omheen opspatten, gaten in de rotsen waar het water doorheen kolkt. Helaas ook hier weer die wind waardoor we gezandstraald werden. Toch waren er ook enkele tientallen dapperen die er stug in bikini lagen te zonnen.

We zetten onze reis voort en kwamen bij het restaurant Nepenthe, waar Kurt even een ijsje heeft gegeten en we het uitzicht vanaf het hoog gelegen terras bewonderden.

Daarna reden we zonder verder te stoppen de rest van de slingerweg af tot San Simeon, waar ons hotel was. Gelukkig had je af en toe uitwijkplekken waar een enkele slome auto of camper plaats kon maken voor ons, want Johan had de smaak te pakken. Het was trouwens helemaal niet druk op de weg, maar dat zal over een paar weken wel wat erger zijn. Vooral campers kunnen de boel flink ophouden.

Vlak voor San Simeon reden we nog langs Piedras Blancas, waar een kolonie zeeolifanten woont. Ik had het zo gauw niet in de gaten en zag pas toen we voorbij reden dat het een paar zeeolifanten waren die daar op het strand lagen. Ik dacht dat we die pas na San Simeon zouden tegen komen. We besloten niet om te keren maar door te rijden, want het was zo verschrikkelijk koud! Om een uur of half zes reden we San Simeon binnen, wat niet meer is dan een rijtje hotels en motels aan weerszijden van Highway one, om mensen die Hearst Castle bezoeken een slaapplaats te kunnen bieden. Wij gaan dar niet heen (niet leuk voor Kurt), maar ik vond een hotel aan het strand met een lekker zwembad wel goed klinken. Helaas was het totaal geen zwemweer...

We checkten in bij het Best Western Cavalier Oceanfront Resort, een motelachtig hotel met een kamer op de begane grond met een parkeerplaats voor onze auto voor de deur. Een fijne kamer op een paar meter van het strand, vooral fijn omdat er verwarming in zat! We waren door en door koud van de ijskoude wind. We draaiden een wasje (dat is het fijne van zo'n motel) en checkten op het gratis internet (dat is het fijne van Best Western) waar je hier lekker kan eten. Dat bleek in het restaurant van ons hotel te zijn, kwam dat even goed uit. Het was inderdaad weer waanzinnig lekker. Wat kan je hier in Amerika toch goed eten. Het scheelt natuurlijk ook als je de lunch over slaat.

's Avonds nog even mijn tijd nuttig besteed met het boeken van onze laatste overnachting die nog niet vast stond, die in Santa Monica. Ik hield al een tijdje Expedia in de gaten en zag wat mooie hotels zwaar afgeprijsd voorbij komen. Ik had een paar dagen geleden al bijna het Huntley vastgelegd (daar zit jij toch, Frits?) toen de verbinding verbroken werd. Daarna was ie weer weg. Nu was ie weer terug maar zag ik nog iets beters: het vier en een half sterren Fairmont Miramar voor dezelfde prijs! Die kamers kosten normaal meer dan 350 dollar en nu 'nog maar' 200. Ja, nog veel geld, maar dat is Santa Monica, daar zit je niet onder de 180 dollar (in een Best Western een paar kilometer van het strand). Voor 20 dollar meer zitten we nu top of the bill.... en weer badjassen natuurlijk!

Zo en nu nog even mijn verslag en fotootjes plaatsen. Gelukkig hoef ik daarbij alleen maar mijn vingerste bewegen, want... spierpijn!

Ga naar dag 27

Dag 25 - Monterey

Heeeerlijk geslapen, wát een lekkere bedden hebben ze hier. Groot, zacht, en je hebt bijna een trapje nodig om erop te klimmen. Om een uur of negen deden we onze ogen open. Eerst heel rustig aan gedaan, tot onze maagjes begonnen te knorren. We lieten de auto voorrijden (haha, het blijft leuk) en reden naar de oude Fishermans Wharf. Een houten pier, volgebouwd met restaurants. Leuk daar hoor, daar vertrekken onder meer de whale watching tours, of als je korter willt een tour van een half uurtje met een glasbodem boot.

Maarja, even niet bij stilgestaan dat ze daar echt alleen maar visrestaurants hebben (de allerbeste uit de verre omtrek), en hoewel het al tegen elven liep, droomde ik niet echt van garnalen of krab voor het ontbijt. Was trouwens leuk om daar rond te lopen, overal werd je Clam Chowder te proeven aangeboden. Johan had het laatst in SF als voorgerecht, het is een romige mosselsoep die kennelijk de lokale specialiteit is hier. Veel mensen kopen het ook in een grote uitgeholde bol en lepelen het daar uit. Nouja, schelpen zijn aan mij niet besteed en vis in de ochtend ook niet. We gingen in het zonnetje op een terrasje zitten,inmiddels was het met enige fantasie wel bijna lunchtijd. ik nam een broodje 'Monterey chicken', Johan een broodje garnalen en Kurt fish en chips... alleen de fish vond hij dit keer niet lekker en halverwege het eten moest hij weer eens plassen. Gék word je daarvan, soms moet ie vier keer in een uur plassen en altijd als het niet uitkomt. We hebben al standaard een leeg flesje bij ons, voor als het weer eens ongelegen komt.

Na de vroege lunch gingen we terug naar ons hotel, leverden de sleutels van de auto in en liepen naar het aquarium. We zouden het eerst niet doen omdat we er al zoveel gezien hadden, maar toch maar gedaan. Al was het alleen maar omdat het onze buurman is hier en de blinde muur waar we vanuit onze kamer op uit kijken, de zijkant van het aquarium blijkt te zijn. En mooi dat we daar geen spijt van hadden! Het aquarium was FANTASTISCH. De mooiste uitspraak van Kurt vandaag kwamtoen ik uitlegde dat een groep vissen een school heet: 'en waar is dan hun juffrouw?'

Met name voor Kurt was het aquarium een groot feest. Het was ongelooflijk wat ze allemaal uit de kast hadden gehaald om kinderen te boeien en te betrekken bij het zeegebeuren. Elke twee meter was er wel een knop om op te drukken, een wiel om aan te draaien, een luikje om open te doen of een zeester om aan te voelen.

Kinderen konden flippers aantrekken, zeesterren en zeewier aanraken, ruiken hoe een otter ruikt... Het was bijna net zoveel speeltuin als aquarium. Maar wij hebben ons ook vergaapt aan de collectie. We hadden de afgelopen weken en daarvoor al het nodige gezien, maar dit aquarium was ronduit indrukwekkend. Alle dieren die ze hier hadden leken net wat mooier en groter dan elders. Er was ook een Finding Nemo aquarium met alle dieren uit de film erin, heel leuk. De highlights waren de otters en de zeepaardjestentoontenstelling - die laatste was heel bijzonder en sfeervol. Het was ook leuk dat je overal naar buiten kon lopen en dan met verrekijkers kon spotten of je de beesten ook echt ergens zag spartelen in de zee.

Na bijna twee uur in het aquarium gingen we terug naar onze kamer. Gisteren was het klassiek Monterey weer: 's morgens helder, 's middags bewolkt, maar vandaag was het de hele dag helder. Ik ging eerst met Kurt naar het zwembad terwijl Johan ging hardlopen in de fitnessruimte. Daarna switchten we en ging ik hardlopen en voor het eerst in vier weken weer eens bodypumpen... dat zal spierpijn worden morgen, maar vooral overmorgen.

Tegen zevenen dronken we nog een wijntje op het met houtvuur en heaters verwarmde terras van ons hotel, Brrr, zolekker als het overdag was, zo hard koelt het's avonds af.

Wevonden weer een lekker visrestaurant op loopafstand, de Fish hopper. Johan nam er voor de verandering een New York Steak en ik een steak en kreeftestaart. Ik had er gecarameliseerde zoete aardappels bij genomen, wat was dat lekker zeg! We wilden ook nog wel een toetje. In plaats van een dessertkaart kregen we een blad vol toetjes als voorbeeld voorgeschoteld. Grappig,leuk alternatief voor de menukaart met foto's.We kozen allebei decreme brulée... ach, we hadden toch gesport? Hij was ook buitengewoon lekker.

Morgen gaan we een heel bijzonder stukje kust ontdekken, Big Sur. Woeste kust, met steile kliffen en de highway one die zich een weg langs die kust baant. We zijn benieuwd! Nu gaan we lekker slapen, met door het open raam het geluid van klotsende golven..

Ga naar dag 26

Dag 24 - Van San Francisco naar Monterey

We begonnen de dag goed met een van de beste ontbijtjes deze vakantie. Hoewel 'ontbijtje' geen recht doet aan de enorme omeletten die we voorgeschoteld kregen. Het zaakje heette Pinecrest Diner en zat schuin tegenover ons hotel Warwick op de hoek vanGeary en Mason en we waren er al vaker langs gelopen, maar er stond altijd een flinke rij. Nu waren we wat eerder, dat scheelde. Kurt had heerlijke fluffy pannenkoeken met verse aardbeien.

Om kwart over tien lieten we onze auto voorrijden (eindelijk de valet service gebruikt) en gooiden al onze spullen weer in de auto. Al snel waren we de stad uit (Tom is echt goud waard) en begonnen we onze tocht over de legendarische Highway one, die vanaf de Canadese tot de Mexicaanse grens helemaal langs de kust loopt.

Het stuk tussen San Francisco en LA is het bekendst en de route wordt echt spectaculair na Monterey, maar wij vonden het stuk naar Santa Cruz ook al prachtig. Heel veel strandjes, baaien, kliffen, kleine dorpjes, een oase van rust na de drukte van de stad. Scheelt misschien ook dat het zondag is dat er niet echt veel verkeer is.

Ik las voor uit de info die ik bij me had over wat er onderweg te zien was. Elke stadje en dorpje waar we langs kwamen had kennelijk z'n specialiteit: de knoflookstad, de pompoenstad, het begoniadorp..

We zaten een beetje te twijfelen wat te doen. We hadden al de keuze gemaakt om de kustweg te pakken en niet naar de outletstores bij Gilroy te gaan, wat een stuk van de kust ligt. Maar dat zou niet echt wat worden met Kurt. In Santa Cruz had ik drie leuke dingen gevonden, maar voor alles zouden we geen tijd hebben. We begonnen maar eens met een treinritje. Kurt had een beetje de bokkenpruik op, hij wilde niet met een treintje. Zou hij een beetje reismoe worden? We hebben het toch maar doorgezet. Net buiten Santa Cruz ligt een plaatsje Felton, waar Roaring Camp Railroads zit. Errug toeristisch hoor en dus leuk voor Kurt. Je kon kiezen om een stukje te treinen naar het strand van Santa Cruz of de redwoods in, met hele oude grote bomen. Wij kozen het laatste. We reden met een stoomtrein met open wagons het bos in.

Kurt was in het begin doodsbang van de stoomfluit, maar later wende hij er wel aan. het was een ritje van anderhalf uur, na een half uur begonnen Johan en ik het wat saai te vinden, terwijl Kurt net een beetje begon te wennen. We moesten wel lachen om de creativiteit waarmee Amerikanen nog een bezienswaardigheid weten te maken van een scheefliggende kiezelsteen. Eenomgevallen boom, een in elkaar gezakte brug, alles werd met smaak aangewezen en uitgemeten.

Een beetje stijfjes van het ritje stapten we weer in de auto en reden naar de Santa Cruz Boardwalk. Vroeger had elk zichzelf respecterend Californisch stadje zo'n boardwalk, waarbij er wat kermisachtige atttracties en eet- en snoeptentjes aan het strand staan.

Deze bestaat nu alleen nog in Santa Cruz, met de nog een originele Giant Dipper achtbaan en een caroussel uit de jaren '20. Het was wel even leuk om te zien, maar niet om lang te blijven. We liepen even het strand op en Kurt ging even pootje baden met Johan in de Grote Oceaan (klinkt beter dan 'de zee', toch?).

Het liep inmiddels tegen half zes en het was nog een klein uurtje rijden naar Monterey. We hebben daarom het bezoeken van de Mystery Spot laten schieten. We komen er dus voorlopig niet achter wat dit bijzondere plekje vlak buiten Santa Cruz nou zo mysterieus maakt. Er gebeuren onverklaarbare zaken als voorwerpen die naar boven rollen, en andere zaken die niet voldoen aan natuurkundige wetten. Leuk voor een volgende keer.

In Monterey reden we linea recta naar de Cannery Row. Waar vroeger de sardinefabrieken waren waar John Steinbeck over schreef, zat nu ons luxe Intercontinental Hotel. Weer eens een heerlijk toeristisch hoekje met veel winkels en restaurants.

We deden maar weer de valet service (we raken verwend) en checkten in. Ik had dit hotel via Hotwire, dus voor een dubbeltje op de eerste rang. En kennelijk moet je dan toch weer uitzicht op de klassieke blinde muur krijgen... nouja, het is wel een schitterende kamer. Met badjassen! Het hele hotel is trouwens prachtig, het staat er net een jaar en de nieuwigheid ruik je gewoon in de kamer. De badkamer is een balzaal met een aparte glazen douchecabine, da's voor het eerst dat we niet in het bad douchen deze vakantie. Maar het nadeel van een vier sterren hotel: je moet voor alle extraatjes flink bijbetalen. Zo ook voor internet. Dat nemen we morgen dan wel.

We gingen naar buiten om een eettentje te zoeken en we liepen gelijk tegen een grote garnaal aan, die heen en weer liep voor een filiaal van de Bubba Gump Shrimp Company.

Dit is een themaketen, geïnspireerd op de film Forrest Gump. Alles in het restaurant grijpt terug op de film. Bijvoorbeeld als je een serveerster nodig hebt, dan verwissel je het blauwe bordje op je tafel met de tekst 'Run Forrest Run' voor eentje met de tekst 'Stop Forrest Stop'. En op de menukaart prijken gerechten met namen als 'Jenny's favorite'. Niet geheel verbazingwekkend namen Johan en ik allebei.... garnalen, op verschillende manieren bereid. Het was erg lekker. Je kreeg het in papier gevouwen geserveerd in emmertjes. Kurt kreeg zijn fish en chips in een bootje.... weer eens wat anders dan een chevy. Uiteraard gaat deze boot ook mee naar huis.

Naast ons hotel zit het Monterey Bay Aquarium. Een must om te zien, één van de meest unieke aquaria ter wereld. Alleen.... we zijn een beetje aquariummoe, kwamen we achter. In Seaworld al prachtige gezien, in Las Vegas ook., gister nog in het Rainforest Café (oké, die telt niet). We twijfelen dus of we daar morgen wel heen gaan. We gaan in ieder geval de Fishermans Wharf hier bekijken. En verder gaan we het denk ik gewoon wat rustig aan doen, beetje zwemmen, misschien even sporten.

Ga naar dag 25

Dag 23 San Francisco

Internet op de kamer kost hier iets van 12 dollar per dag, maar ik heb wat zitten vogelen en me geregistreerd bij een hotel hier iets verderop, waardoor ik hun internet gratis kan gebruiken. Het valt wel regelmatig een uurtje uit, maar het is gratis en snel... we betalen al genoeg aan het parkeergeld hier!

We gingen eerst maar eens ontbijten vanmorgen, nadat we heel relaxed om half negen wakker waren geworden. We gingen in een tentje iets verderop eten, maar we moesten meer dan een half uur op ons toastje wachten. Een beetje zonde van de tijd. Toen we klaar waren liepen we naar de cable car halte om naar de fietsverhuur op Fishermans Wharf te gaan, maar het duurde erg lang. Toen maar een taxi gepakt, uiteindelijk kostte dat twee dollar meer en je kon tenminste zitten. Om een uurtje of half 12 zaten we op de fiets. We hadden overwogen om eerst door Golden Gate park te fietsen, maar toen hoorden we dat de ferry aan de overkant van de baai later terug ging dan we dachten. Dan konden we daar ook nog een flink eind fietsen, dus we begonnen gelijk met de oversteek van de brug. Het was vooral de weg ernaartoe die op een gegeven moment wat steil werd dan de brug zelf, die was bijna vlak. Het was erg grappig om te zien hoe bij een beetje helling iedereen al afstapte en met de fiets aan de hand verder liep. Ik ben geen doorgewinterde fietser maar ik zoefde er zo voorbij. Voor Johan was het was lastiger, want die had Kurt op sleeptouw op een tag along bike, een aanhangfiets.

Het was behoorlijk druk met fietsers op de brug, logisch op een nationale feestdag. En ook logisch omdat het best goed weer was, in ieder geval een zonnetje. Het was echt een peuleschil om de brug over te steken, maar ook een leuke ervaring.

Aan de andere kant van de brug lag het plaatsje Sausolito. Daar kon je de veerboot terugnemen of nog een klein uurtje doorfietsen naar Tiburon. Omdat we binnen een uurtje al in Sausolito waren besloten we door te fietsen. Sausolito zelf is een heel aardig kustplaatsje, met veel leuke restaurants en winkeltjes. Het leek wel alsof half San Francisco daar vandaag naar toe was gegaan om wat te flaneren. Toen we het dorp bijna uit waren hoorden we muziek en zagen dat er een feestje was. Nieuwsgierig gingen we even kijken. We zagen een groot grasveld aan zee, waar heel veel mensen door elkaar liepen, in groepjes stonden te kletsen, aan het dansen waren, op picknickkleden zaten of languit op het gras lagen, aan het barbecuen waren, kinderen die speelden, tentjes waar je eten kon halen, een bandje dat speelde... het zag er heel gezellig uit.

We zetten onze fietsen tegen een boom en lieten Kurt een paar keer van een opblaasglijbaan gaan. Daarna kochten we wat gegrilde maiskolven en watermeloen bij een tentje en aten dat lekker op, terwijl we alles om ons heen opnamen. Het was echt net koninginnedag, maar dan in het rood wit blauw. Ik heb geen close ups genomen, maar sommige mensen hadden zich ook erg bijzonder in die drie kleuren uitgedost, zoals dat bij ons ook gebeurt op Koninginnedag. Erg leuk sfeertje.

We fietsten weer verder naar Tiburon. Dat was wel een iets saaier stuk, omdat we hele stukken niet langs het water fietsten en af en toe zelfs parallel aan een snelweg. Maar vlak voor Tiburon werd het weer mooi, met uitgestrekte moerassen en mooie parken aan de zee.

Om een uur of kwart over drie waren we er en ploften neer voor een welverdiend ijsje. Een klein uurtje later konden we op de veerboot stappen. We staken weer over naar San Francisco (dit keer was het een stuk aangenamer op het water dan gisteren).

De passagiers van de veerboot waren grofweg onder te verdelen in fietsende toeristen enmensen op weg naar een gezellig4 juli feestje.

Om de fietsen inte leveren moesten we ons door een behoorlijke menigte banen.We liepen nog wat winkeltjes in, kochten nog een San Francisco vest voor mij (toch wel leuk) en gingen naar het Rainforest Café, waar ik gereserveerd had. Wat een gekkenhuis was het daar. Echt heel groot, heel veel mensen en heel veel herrie. Het was grappig om een keer gegeten te hebben in een restaurant dat eruit ziet als een jungle, met aquaria, overal nepbeesten, elk half uur een moesson onweersbui... maar de prijs- kwaliteit verhouding van het eten was niet best. Maar goed, voor kinderen is het leuk en we hadden een hele mooie tafel tegen een aquarium aan. En de cocktail vooraf was prima, na zo'n middagje fietsen smaakte het extra lekker.

Tegen half 9 stonden we weer buiten en vroegen aan een politieagent hoe laat het vuurwerk boven de baai zou beginnen. Dat zou pas op z'n vroegst een uur later zijn. We keken naar Kurt en besloten dat hij dat niet zou gaan trekken... heel jammer, maar beter zo. Kurt kreeg nog een mooie sticker van de politie agent (just for good guys). Daarna liepen we een stukje richting downtown tot we een taxi vonden. Heerlijk rozig van weer een dagje buiten zijn ging het mannetje slapen.

Morgen verlaten we San Francisco en rijden we naar Monterey, iets van twee uurtjes rijden. Onderweg zullen we waarschijnlijk een stop maken in Santa Cruz, waar van alles te doen is. We overnachten morgen en overmorgenin een 'badjas' hotel (4 sterren Intercontinental). We zijn benieuwd! Tot gauw weer!

Naar dag 24

Dag 22 - San Francisco

We zijn niet gaan fietsen. Het leek ons toch handiger om dat morgen, op 4 juli te doen, want je weet nooit wat er allemaal dicht is op zo'n dag. Dus vandaag gingen we door de stad cruisen. We liepen naar het visitor centre om een kaart van de stad en de routes van de cable cars te halen. Dit was bij het startpunt van de Powell cable car en er stonden twee enorme rijen mensen: eentje om een kaartje te kopen of een dagpas voor het openbaar vervoer en eentje om in de cable car te kunnen stappen. We liepen door naar het visitor centre en daar verkochten ze ook gewoon kaartjes en er stond geen rij, haha. We kochten een dagpas, voor Kurt was het gratis. Vervolgens wandelden we een paar honderd meter naar de tweede stop van de cable car, op Union Square, en wachtten daar ongeveer twee minuten en konden zo instappen in de cable car richting Fishermans Wharf.

Dat ging goed! Het was wel een wat benauwd ritje, erg druk met mensen. Bij Fisherman's Wharf gingen we eerst even ontbijten in een jaren 50 stijl diner. Vervolgens reserveerden we een tafeltje bij het Rainforest Café voor morgenavond.

Toen Kurt de boten zag riep hij dat ie wilde varen. Ach ja, waarom ook niet. We kochten kaartjes voor een boot die een tour van anderhalf uur door de baai maakte, met een extra rondje om Alcatraz. We konden nog net op een boot springen en vertrokken gelijk. We maakten hier een behoorlijke fout kwamen we achter. Want in de haven was het nog wel te doen, maar op het water was het echt ijs- en ijskoud (Johan had alweer zijn vest thuis willen laten, maar durfde nu niet meer eigenwijs te zijn).

Bovendien was de Golden Gate weer in nevels gehuld. Stom stom, ik had toch al vaak genoeg gelezen dat in San Francisco vaak 's ochtends mist is, maar dat die in de loop van de dag optrekt. We hadden dit tochtje eigenlijk 's middags moeten doen.

Nouja, gelukkig konden we ook warm binnen zitten op de boot. Wat erg leuk was, was dat de boot twee rondjes om Alcatraz maakte en er daarbij veel verteld werd over de gevangenis en het leven daarin. Ik had van te voren besloten om Alcatraz niet in ons programma op te nemen, omdat dit werd ontraden voor jonge kinderen. Maar laten Bassie en Adriaan nou daar uitgebreid hebben rondgelopen in hun film en laat Kurt die film de laatste dagen weer eens gezien hebben... hij had het nergens anders over dan dat hij naar het gevangeniseiland wilde. Shit... wij wilden eigenlijk ook wel, maar kom nog maar eens aan kaartjes. Gecheckt op internet, maar nee, alles al uitverkocht voor de komende vier dagen. Natuurlijk kon je nog wel met georganiseerde tours mee die zich op straat aanprijzen voor een fors hoger bedrag, maar ach, dan gaat het gewoon over hoor. Maar dit extra rondje met de boot was wel heel leuk, ik heb in ieder geval aandachtig zitten luisteren naar de verhalen.

Terug op de wal liepen we een stuk omhoog weer de stad in, echt steil omhoog. Niet geheel vrijwillig, maar dit keer hadden we iets minder geluk met het pakken van de cable car bij de tweede halte. Het werkt dus niet altijd... We namen een kijkje bij Lombard street, het bochtigste straatje van de stad.

En erg populair bij toeristen die er met hun auto van af willen. Dat moet dan wel in file. Daar lukte het wel om weer op een cable car te hoppen, we zaten nu dicht bij de chauffeur. Of eigenlijk de remmer, want dat is het enige wat ie doet. Ik ken niet de technische details, maar in grote lijnen komt het er volgens mij op neer dat in het wegdek een kabel loopt die de tram voorttrekt de hellingen op. De hellingen af dendert de wagen gewoon naar beneden en moet de chauffeur dus afremmen. Zo te zien is dat behoorlijk zwaar fysiek werk! Ik geloof dat het ook alleen maar heel potige mannen zijn die dit doen. Kurt en ik zaten op een bankje aan de buitenkant van de wagen, met onze rug naar de chauffeur. Johan hing voor ons aan de buitenkant. Erg grappig hoor.

We stapten nog even over op de Caifornia lijn, die ook een heel steil parcours aflegt. En daarna weer terug met een andere richting Union Square.

Daar gingen we nog even winkelen, allebei een sportoutfitje in de Adidas winkel gekocht. (Suus, ook nog voor jou gekeken, maar is zo moeilijk! Heb je liever een felgroen, roze of een zwart rok-broekje? En moet het persé een setje zijn?) Na een ijsje liepen Johan en Kurt terug naar het hotel en ging ik Macy's eens van binnen bekijken. Ze hebben daar wel vier verdiepingen met kleding! Ik kon er geen enkele logica in de indeling ontdekken en liep er verdwaasd rond. Had eigenlijk ook al zere voeten... wat dingen gepast maar het schoot allemaal niet op. Uiteindelijk dik anderhalf uur later met een oogpotloodje weer richting hotel, waar de mannen heerlijk lagen te snurken. Pf, zo'n stad is vermoeiend hoor!

Toen we echt honger kregen (we hadden de lunch overgeslagen) gingen we de deur uit en namen een taxi naar een tentje waarvan ik gelezen had dat het er simpel, lekker en kindvriendelijk is. Precies waar we aan toe waren. Drie minuten en zes dollar verder stapten we uit bij Mels Diner, weer zo'n jaren vijftig sfeer diner, maar dan wel een kwalitatief hele goede, aldus de recencies. Het was inderdaad een leuke zaak van binnen met veel chroom. En ook het eten was erg lekker, ik had een 'homemade' turkey dinner en Johan iets met gefrituurde kip. Kurt kreeg zijn kipnuggets en frietjes in een kartonnen auto (jaren 50 chevy) geserveerd.

Hij was diep onder de indruk. Na een lekker toetje besloten we terug te lopen.

Op de terugweg wipte Johan nog binnen bij een Chinees kappertje om de tondeuse over zijn hoofd te halen. De rest van de avond gingen we languit op de bank, geen puf meer....

Ga naar dag 23

Dag 21 - Van Yosemite naar San Francisco

Spullen ingepakt, we waren bepaald niet de enigen die weggingen. Johan sprak nog met onze buurman, die vertelde dat ze al veertig jaar elk jaar een paar dagen met de hele familie, een man of 30, naar Housekeeping camp komen voor een reunie en altijd dezelfde huisjes hebben. Dat bevestigt inderdaad ons beeld van het soort mensen dat er komt. Zei ik eerder dat mensen complete keukenuitrustingen meenemen, dan moet ik dat corrigeren. Ze nemen complete (buiten)keukens mee, die weer zo mee terug gaan, achterop de pick up truck.

Voor vertrek gingen we eerst nog Kurts badge afhalen bij het Visitor Centre en nog even naar de Yosemite falls kijken. Maar ik geloof dat de parkenmoeheid toeslaat, want deze waterval zag er ongeveer net zo uit als degene die we gisteren en eergisteren zagen., maar dan met twee verdiepingen.

Na een voorspoedige reis van een kleine 4 uur - onderweg nog even onze laatste foto's en reisverhalen geupload op de parkeerplaats van een Best Western hotel - kwamen we aan in San Francisco. Net als de eerste keer in Parijs zoeken naar de eerste blik op de Eiffeltoren zagen we nu elk bruggetje aan voor de Golden Gate. Maar toen we hem zagen, wisten we wel dat het 'm was.

Wauw. Johan en Tom leidden ons in goed teamwork naar ons hotel midden in San Francisco, op 300 meter van Union Square, zeg maar De Dam van San Francisco met Macy's en Saks Fifth Avenue, z'n equivalenten voor de Bijenkorf.

We besloten ons heerlijk in de watten te laten leggen en kozen voor de valet parking ad 35 dollar per nacht. Onze bagage lieten we door een kruier naar boven brengen, natuurllijk tipten we hem netjes. Onze suite op de vijfde etage met straatzicht - ik had de eenvoudige kamer die ik via Priceline had gescoord ge-upgraded - is een plaatje. Niet groot, maar met een aparte zit- en slaapkamer, met hemelbed! En badjassen, dat hadden we nog niet gehad deze trip! De slaapbank klappen we uit als wij naar bed gaan en leggen Kurt daarin, tot die tijd kunnen we daar rustig zitten en de schuifdeuren dichttrekken. De straat beneden ons is wel druk en in een uur tijd hebben we al meer sirenes gehoord dan tijdens ons hele verblijf in Amerika.

We komen even bij van de autorit en dan zie ik in de info die ik heb meegenomen van huis dat de hop on- hop off bustour de laatste rit om vijf uur heeft, startend vanaf Fishermans Wharf. Dat leek me wel een relaxte manier om kennis te maken met Frisco, alleen is het al tien over vijf. Dan zie ik dat de bus waarschijnlijk om half zes op Union Square is. Dat zouden we net kunnen redden... we pakken snel onze tas, fototoestel en vest en gaan de deur uit. Ik in lange broek, een trui en een extra vest. Kurt in een dik fleecevest en Johan in korte mouwen. Johan, zou je geen vest aan doen? Het zal wel koud zijn. Maar nee, dat is niet nodig. Hm, daar krijgt ie vast spijt van....

We hebben geluk, inderdaad komt de bus er om half zes nog aan rijden. Daarmee kunnen we alvast wat indrukken van de stad opdoen en dan uitstappen in Fishermans Wharf om wat te eten. Maar de chauffeur meldt ons dat dit de laatste rit wordt en niet meer op Union Square terugkeert maar stopt in Fishernans Wharf, na een tour door de hele stad. Ja, dat is precies wat we willen. We weten dat de buskaartjes twee dagen geldig zijn, maar kennelijk geldt dat alleen voor hele dagen en niet tot half zes overmorgen. Dat vindt de chauffeur zonde van ons geld en ze zegt dat we maar zonder betalen mee moeten rijden. Dat is aardig! Een leuk mazzeltje. We gaan lekker op het open gedeelte bovenin de bus zitten en snuiven de frisse zeelucht op. Johan maakt dapper foto's maar gaat steeds blauwer zien van de kou. Nadat we de Golden Gate brug over zijn gestoken zeg ik dat ik toch wel beneden in het overdekte deel wil zitten omdat ik het wat frisjes vind. Wil ook geen longontsteking op m'n geweten hebben...

Na een dik uur stappen we uit bij Fishermans Wharf, al heel wat indrukken rijker. We hebben al wat gezien van het Golden Gate Park, de beroemde Painted Ladies (mooie huizen van begin 20e eeuw), Alcatraz en natuurlijk de Golden Gate brug.

We wandelen naar Pier 39 om de zeeleeuwen te zien die daar wonen. Onderweg kopen we een I love San Francisco gevoerde regenjas voor een klappertandende Kurt (ondanks het dikke fleecevest) en een dito trui voor blauwbekkende Johan. Goed, ik ben met twee toeristen op stap ; ) .

Alls we dan toch bezig zijn, struinen we de restaurants van Pier 39 af en besluiten te gaan eten bij visrestaurant Neptune's Palace. Zo te zien heeft die een mooi uitzicht op zee. We krijgen inderdaad een tafeltje dat uitkijkt op de zeeleeuwen, de Golden Gate en Alcatraz. Hoe mooi wil je het hebben als toerist? We zijn in onze nopjes. We waren in de haast van ons vertrek Kurts Nintendo vergeten, maar met dit uitzicht en de wasco krijtjes die we krijgen, missen we die totaal niet.

We zien zeeleeuwen, catamarans, containerschepen en pelikanen voorbij komen en we tekenen ze allemaal na. Daarna valt Kurt aan op fish and chips, papa op een zwaardvis en mama op een heuse Main Lobster! En ja, je krijgt hem gewoon in z'n geheel op je bord, fijn dat ze je daarbij een mooi servet ombinden haha. Ik moet zeggen dat ik het er goed vanaf heb gebracht, niemand zou zeggen dat ik dit nog niet vaak heb gedaan. En hij was heerlijk, met een bakje gesmolten boter erbij geserveerd, helemaal goed. Na het eten liepen we nog even rond op Pier 39 en lieten Kurt nog even bungee jumpen op een trampoline.

Nu we het toch breed lieten hangen, namen we maar een taxi terug naar ons hotel. Kurt ligt nu lekker in zijn slaapkamertje te ronken en wij gaan zo ons plan de campagne voor morgen maken. Het schijnt maar iets van 16 graden te worden, het is de vraag of dat lekker fietsweer is, wat we van plan waren. Morgen hoor je wat het geworden is!

Ga naar dag 22

Dag 20 Yosemite

Vannacht niet wakker geworden door geknaag, maar wel door geweerschoten.... Ik denk dat er ergens een beer wat te dicht bij tenten kwam ofzo. Het bracht in ieder geval wat mensen op de been, die door het kamp gingen struinen op zoek naar sensatie. Wij bleven maar lekker in onze warme slaapzakken liggen. Na het ontbijt gingen we op zoek naar het Visitor Centre voor een wandelkaart, maar dat centre lag ergens goed verstopt en om er te komen moest je al een mijl wandelen of wachten op een shuttlebus. Gelukkig stond er bij de bushalte ook een tentje waar ze wat eenvoudige kaarten hadden, waar we wel genoeg aan dachten te hebben. We besloten naar Glacier Point te rijden, een overhangende rotspunt waar vanaf je een mooi uitzicht over de hele vallei zou hebben. Onderweg weer bij elkaar bijna een uur wachten voor brandjes stichtende brandweermannen. Ik bekeek de kaart en kreeg spijt dat we geen kaartjes hadden gekocht voor een bus die je daar naartoe brengt, waarna je zelf weer terugloopt via de Panorama Trail naar de Vallei. Dat is een wandeling van 14 kilometer, zo'n 5 tot 6 uur bergafwaards. Nu moesten we ook op de terugweg weer wachten op de brandweermannen.... Zonde van onze tijd hier. Maar om het positief te bekijken, wel een mooi moment om ons reisverslag bij te werken en foto's op de laptop te zetten!

Bij Glacier Point aangekomen vergaapten we ons met honderden andere mensen aan het uitzicht. We keken van bovenaf op de Valley en Housekeeping Camp.

Het leek wel een luchtfoto, zo hoog zaten we. We liepen een klein stukje van de Panoramatrail maar dat daalde vrij snel en we moesten ook weer omhoog. Het was ook wat te warm om ons erg in te spannen, tegen de 33 graden. We besloten even wat te eten en weer terug te gaan naar de Valley om daar een wat nattere route te lopen. We parkeerden bij Curry Village en namen de shuttlebus naar het startpunt van de Mist trail, een mijl verderop. Daar keken we niet goed op het bordje en gingen linksaf in plaats van rechtsaf. We vonden het al raar dat er gezegd werd dat dit zo'n populaire route was, we zagen helemaal niemand! Na ongeveer anderhalve mijl kwamen we achter onze fout. We probeerden onze te globale kaart te interpreteren en besloten dwars door een stukje bos door te steken naar een juiste route. Dat ging hoppend over stenen in beekjes en klimmend over boomstammen. Heel avontuurlijk hoor. We deden sightseeing van maar liefst twee enorme campings (Upper en Lower Pines, zag er leuk uit hoor!) en kwamen na een half uur ofzo eindelijk weer bij het startpunt. Pfff, toen bleek dat de Mist Trail steil omhoog ging en Kurt was moe. Iedereen had gezegd dat de Mist trail zo leuk was voor kinderen, maar hoe moesten die dan boven komen? Uiteindelijk hebben we een mijl klimmen gered tot aan een uitzicht op de Vernal Falls. Eigenlijk hadden we dan nog het echt vochtige stuk vlak langs de waterval omhoog zullen doen, maar we hadden het helemaal gehad.

We deden nog wat opdrachtjes voor Kurts junior rangerschap (wat eet een beer? Geen idee, dat zoeken we op) en gingen vlotjes weer naar beneden. Boodschapjes doen, barbecuen met zalm dit keer, nog een wasje draaien en beetje auto vast inruimen voor morgen. Morgenochtend willen we nog een blik werpen op de Lower Yosemite Falls op weg naar San Francisco.

Al met al is ons verblijf in Yosemite niet helemaal wat we ervan verwacht hadden. Dat lag zeker niet aan het park zelf, dat is schitterend, ongelooflijk mooi. En ook niet aan onze tent, hier zouden we zo nog een week kunnen blijven. Maar doordat het park zo groot is en er zoveel wandelingen te maken zijn, zie je door de bomen het bos niet meer. Het leek me onzin om van te voren wandelingen uit te stippelen, maar achteraf gezien was dat wel handiger geweest. Dan hadden we vandaag de Panoramatrail gelopen en waren we heel voldaan geweest. Het was nu allemaal net een beetje niks, we hebben het gevoel nog maar weinig gezien te hebben en zijn toch bekaf van een volle dag.

Een paar tips voor iedereen die (ooit) nog naar Yosemite gaat:

- Bereid je goed voor, lees je van te voren in de highlights in en maak keuzes wat je wilt zien en doen, want er is gewoon teveel om in korte tijd te zien.

- Draag een indrukwekkende wandeluitrusting., liefst met een flinke rugzak en nordic walking stokken. Ook al stap je alleen maar uit je auto om tien meter naar een uitzichtpunt te lopen, iedereen zal denken dat je minstens naar de top van de hoogste watervallen bent gelopen.

- Probeer te overnachten in het park zelf, het scheelt je heel veel reistijd (wegwerkzaamheden) en er is niks zo mooi als in het park zelf de zon onder te zien gaan, bijvoorbeeld vanaf een strandje aan de rivier

- Housekeeping camp is fantastisch (een jaar van te voren reserveren), echt de Amerikaanse manier van Yosemite beleven. Neem wel wat barbecuespullen, een lampje en gemakkelijke tuinstoelen mee (kopen bij Walmart). Die hebben wij wel een beetje gemist. En feestverlichting is handig, als je niet wilt opvallen als Europeaan.

- Laat je baard staan (indien van toepassing). Een beetje zichzelf respecterende man in Yosemite heeft veel gezichtsbeharing. Een check onderweg leerde dat acht van de tien brandweermannen een baard en/ of snor droeg. Ook opvallend veel wandelaars en mannen die in het park werken dragen weelderige baarden.

- Neem iets mee waarop je in de rivier kunt drijven. Het is echt verschrikkelijk leuk om met een band of luchtbed stroomopwaards te lopen en je dan in een heel bedaard tempo af te laten drijven naar je startpunt. Je kunt ook grote rubberboten huren bij Camp Curry, daar zit een minimum leeftijd aan (daarom hebben wij het niet gedaan, maar we vonden het zo jammer dat we zelf niks bij ons hadden!).

- Huur een fiets! Kan zelfs met kleine kinderen, die kun je in zo'n aanhangwagentje zetten. Helaas kwamen wij daar te laat achter, was een perfecte en leuke manier geweest om je gemakkelijk te verplaatsen in de Valley.

- Zorg tijdens wandelingen dat er iemand bij is met richtingsgevoel, wel zo handig!

Ga naar dag 21

Dag 19 Yosemite

Onze eerste hele dag in Yosemite. We hebben best lekker geslapen, alleen werden we midden in de nacht wakker van geknaag. Met een zaklampje gecheckt, aan Kurt werd in ieder geval niet geknaagd. Maar waar wel, daar kwamen we niet achter, maar het klonk wel alsof het in de tent was. Zal toch wel een heel klein eekhoorntje zijn geweest.

Na het ontbijt vertrokken we naar Mariposa Grove, helemaal in het zuiden van het park waar de sequoia bomen staan, de grootste bomen ter wereld van duizenden jaren oud.

We hadden pech, want naast een beetje regen en wat frisse temperaturen (circa 20 graden, brrr!) waren brandweerlui bezig met preventieve bosbrandjes stichten, waardoor we op de enige weg naar het zuiden heel erg lang moesten wachten tot we door konden rijden. De rit duurt normaal iets van een uur, nu deden we er zeker een half uur langer over. Maarja, het was voor een goed doel. Toen we bij het sequoiabos aankwamen, was het eerst lopen over de hoofden. Geduldig wachten tot jij je foto kon maken voor die ene boom. Pff, gekkenhuis. Toen we wat verder liepen, lieten we ook de drukte achter ons. De meeste mensen lopen hier niet verder dan een mijl vanaf hun auto, daarna heb je het park voor jezelf. In alle rust liepen we daarna dus tussen de enorme bomen door.

We raakten iets te enthousiast bij elk bordje waarop stond dat er over zoveel mijl weer iets te zien was. Uiteindelijk hebben we er ruim drie uur gelopen en zo'n 15 kilometer gelopen.. Kurt liep het grootste stuk dapper mee, maar op de wat steilere stukken droegen we hem om de beurt. We hadden nog een up close and personal ontmoeting met een hert en heel veel eekhoorns.

Terug in de Valley deden we boodschappen voor de barbecue en gingen vervolgens nog even naar het strandje aan de andere kant van de Merced rivier die langs Housekeeping Camp stroomt. Het was ongeveer tweehonderd meter lopen vanaf onze tent en dan was je in het paradijs. Een zandstrand langs een kabbelend riviertje met glashelder water (wat nog iets te koud was om in te zwemmen), omringd door bospartijen en hoge rotswanden, die mooi opkleurden in het namiddaglicht. Schittterend.

Daaarna heerlijk gebarbecued met worstjes, kip, maïskolven, gepofte aardappels en sla. Alles smaakte even lekker, maar wandelen maakt natuurlijk ook hongerig. We hebben trouwens onze draai gevonden in ons primitieve onderkomen en kunnen het nu echt waarderen, zeker nadat we de tenten van het nabij gelegen Camp Curry hebben gezien. Wat een verschil! Ten eerste hebben ze geen mooie ligging bij de rivier, zoals wij. Ook staan de tenten er strak in het gelid, amper een meter van elkaar en zonder een beschutte patio zoals wij hebben. Je mag er niet barbecuen of een vuurtje stoken maar bent aangewezen op de massale restaurants daar. Nee dan bij ons, we hebben super veel privacy door de manier waarop de tenten ten opzichte van elkaar zijn geplaatst, en wat is nu kamperen in Amerika zonder kampvuur en barbecuen? En de douches blijken ‘s ochtends rond achten helemaal geen wachttijden te hebben, schoon te zijn en lekker heet water te hebben. We verbazen ons ook over de manier waarop Amerikanen hun kampeervakantie hier invullen. Van primitief is zeker geen sprake. Complete keukeninrichtingen worden meegesjouwd, elektrische barbecues, enorme koelboxen.. ‘s Ochtends vroeg ruik je de gebakken eieren en pannenkoeken. Men viert ook graag vakantie in grote groepen. Hele generaties bezetten naast elkaar gelegen tenten en hangen extra zeilen en doeken over de open stukken in hun patio, zodat dit als extra slaapruimte gebruikt kan worden. Tv's worden meegesjouwd en makkelijke stoelen om bij het kampvuur te zitten. Nouja, die laatste missen we wel, maar daarom hebben we de picknicktafel maar naar de vuurring gesjouwd.

Morgen willen we nog een paar wandelingen doen,, maar weten nog niet precies welke. We gaan even naar het Visitor Centre voor een kaart waar ze opstaan.

Ga naar dag 20